Zelfs geen leugentje om bestwil
Liegen is altijd verboden. Nooit mag je vanbinnen het ene denken en dan het andere verkondigen. Je moet eerlijk zijn. Altijd. Augustinus (354-430) was daarover duidelijk. Daarover heeft hij twee keer een traktaat gepubliceerd, beide keren naar aanleiding van omstandigheden in de kerk van zijn dagen.
Toen Augustinus de eerste keer over liegen schreef, was hij nog maar pas bisschop. In dat traktaat uit het jaar 395 wilde hij iets zeggen over een tekst uit de brief aan de Galaten. Daarin staat dat Paulus Petrus had berispt. Dat was omdat Petrus niet met christenen uit de heidenen wilde eten. Hij at met christenen uit de joden. Sommigen zeiden: de apostelen hadden geen echt conflict. Hoe zouden dienaren van God ruzie maken? Ze deden alsof. Dat was om wille van de verkondiging van het evangelie. Om iets duidelijk te maken. Augustinus vindt dat echter een volstrekt verkeerde gedachte. De apostelen hebben geen spelletje gespeeld. Ze hadden daadwerkelijk een conflict. Doen alsof is verwerpelijk in Gods ogen, ook als iemand dat zou willen gebruiken in dienst van het evangelie. Daarom dus dat traktaat.




In ons bestaan komt op een gegeven moment een leeftijdsfase waarin beperkingen sterk toenemen. Ouderdom komt met gebreken. Toch is dat niet het enige. Er mag ook vooruit worden gekeken naar wat God heeft bereid voor die Hem liefhebben..
Hoe geef je hulp aan de ander? Die vraag is actueel voor hulpverleners, maar ook voor ons allen. Allemaal zijn wij op bepaalde momenten helpenden. Ook managers die soms (?) meer hebben met regels dan met mensen. Een verschijnsel waar we trouwens allemaal op onze tijd last van hebben. Gewoon, omdat ons dat soms beter uitkomt … een beroep doen op regels. Volgens Jan Keij kan de filosoof Emmanuel Levinas ons verder helpen.