Actueel blijft het. De doop. Die actualiteit is er natuurlijk omdat er
vandaag de dag nog steeds gedoopt wordt. Gelukkig wel. Maar het verschil
van inzicht over op welk moment die doop moet plaatsvinden is ook nog
steeds actueel. Bedoelt de Bijbel dat we kinderen zullen dopen? Of is
het toch ?eerst geloven en daarna als (jong)volwassene dopen?? In het
eerste artikel hebben we gekeken naar de eenheid van het Oude en Nieuwe
Verbond. Nu willen we nagaan wat de plaats van de kinderen is binnen het
verbond.
Kinderen h?bben een plaats in het verbond dat God heeft gesloten. Bij
het sluiten van het verbond kijkt de Here God verder dan ??n generatie.
In Genesis 17 zegt Hij tegen Abraham dat Hij een verbond sluit met hem
en zijn nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend
verbond. Ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen (vers 7).
Lees meer: Waarom kinderen dopen (2)
Als Chr. Geref. Kerken hebben we een actief deputaatschap voor
Evangelisatie. Zo is ??n van de secties van dit deputaatschap, de sectie
Kerkondersteuning, bezig in grootstedelijke gebieden de kerkaanplant
aan te moedigen. Nieuwe gemeenten ontstaan en onder Gods zegen zien we
daar bijzondere dingen gebeuren. Nu daar nieuwe ontwikkelingen zijn is
terecht op de laatste Generale Synode gevraagd: maar het platteland, wat
gebeurt daar? De redactie van ons illustere Kerkblad nam deze vraag
over en vroeg mij iets te vertellen over het reilen en zeilen van de
kerk op het platte land in een regio van het KvhN.
Waarschijnlijk hebt u allemaal een beeld bij ?het platte land?. Welnu,
de regio Noord-Oost Friesland voldoet daar in hoge mate aan. Plat, veel
(wei)land(bouw) en relatief weinig inwoners. Platte land ook in deze
zin: om in de ?bewoonde wereld? te komen, moeten wij bijna drie kwartier
rijden om op de A7 of de A32 te kunnen komen. Ik neem u mee naar het
land en de stad van Bonifacius: Dokkum, dat onderdeel is van de gemeente
Dongeradeel.
Lees meer: Kerk-zijn in Noord-Oost Friesland (1)
Ik werd uitgenodigd voor een gesprek. Ik ging er goedsmoeds heen, want
het was een aardig stel met drie leuke kinderen. Het bleek echter dat
het echtpaar alleen maar een mededeling wilde doen. Die deden zij
meteen.
?Wij hebben besloten over te gaan naar een evangelische gemeente?, zei
de man. Ik keek hen verbijsterd aan, eerst niet wetend wat ik moest
zeggen. ?Waarom?, was het enige wat ik tenslotte kon uitbrengen. ?We
zijn daar twee keer geweest. We voelen ons er helemaal thuis. Sterker
nog, het voelt als thuiskomen.? Dat was het antwoord dat ik kreeg.
Ik kon daarna meteen wel naar huis gaan. Maar ik deed dat niet. ?We
hebben niet geweten dat jullie je niet in onze gemeente thuis voelden?,
zo probeerde ik. ?Wij voelden ons eerst wel thuis in de gemeente. Maar
de laatste tijd werd dat minder. Want uw preken zijn zo somber. Ze gaan
bijna alleen maar over zonde en ellende. Alleen op het eind gaat het nog
even over de genade. Wij vinden dat eenzijdig. Daarom gingen we naar de
evangelische gemeente. We wisten het meteen: dit is het.?
Lees meer: Wij gaan over naar een evangelische gemeente
Het lijkt zo vanzelfsprekend: iedere zondag een dominee op de
preekstoel. Of een hoogleraar, of een kandidaat. Er wordt vaak niet bij
stil gestaan dat daar vaak een preekvoorziener achter zit die daar heel
wat tijd in steekt. Vroeger per telefoon, tegenwoordig vaak per email.
Kan het nog beter geregeld worden?
Er zijn in de kerk taken die niet zo de aandacht trekken, en ook niet zo
'geestelijk' lijken als andere functies, maar die toch onmisbaar en van
onschatbare waarde zijn voor het kerkelijke leven. Naast de taak van de
koster kunnen we hier denken aan die van de preekvoorziener. Vooral in
een vacante gemeente heeft hij vaak een zeer tijdrovende taak om voor
elke eredienst een student, predikant of hoogleraar te vinden die kan
voorgaan. Urenlang zit hij aan de telefoon. Soms geeft een predikant hem
een paar zondagen. Vaker een enkele dienst. En nog veel vaker krijgt
hij te horen: ?Ik kan u helaas deze keer niet helpen?, ?Dank voor uw
tijd, en excuus dat ik u heb lastig gevallen?. Ondanks de teleurstelling
toch vriendelijk blijven, dat is een bijzondere gave van een
preekvoorziener.
Lees meer: Internetpagina voor preekafspraken
Bijgaand gedicht ontvingen we van mevrouw E.D. van Dijk-van Heest uit Kampen.
Zij schreef daarbij de volgende toelichting:
?Het volgende gedichtje stuur ik u toe, niet omdat het mijn favoriete
gedicht is, want ik houd van gedichten en heb vele favorieten. Maar
waarom ik juist dit gedichtje stuur is om de volgende reden. Vanaf
september 1950 tot 1953 werkte ik als leerling-verpleegster in het
Sanatorium Sonnevanck te Harderwijk. Dit was toen een sanatorium voor
tuberculose pati?nten. Na gewerkt te hebben op een afdeling met
pati?nten die vol bed hadden en ook lopende pati?nten, kwam ik op het
kinderpaviljoen en werd daarna overgeplaatst naar het Emma paviljoen en
daar lagen alleen gipspati?nten. Deze pati?nten verschillen zo in
verpleging met pati?nten die zich bewegen kunnen. Deze gipspati?nten
konden zelf niets, moesten met alles geholpen worden en waren dus geheel
afhankelijk van de verzorgenden.
Lees meer: Mijn favoriete gedicht