Oudtestamentische geboden en christelijk leven
De vraag is niet of oudtestamentische geboden gezag hebben, maar op welke wijze. Door heel het Oude Testament is een morele draad geweven. Nodig is een onderscheid tussen soorten geboden, kennis van de plaats die een bepaald gebod innam en de bedoeling van dat gebod. Daarna zouden we kunnen proberen de inhoud daarvan te vertalen naar onze tijd. Maar dat is best lastig. Daarom nog eens hetzelfde thema, nu benaderd vanaf een andere kant. Inclusief een vervolgstap.
Oudtestamentische geboden bevatten een boodschap die blijft. Neem het gebod op het onderhouden van de sabbat. De uiterlijke vorm van dat gebod was bedoeld voor het oude Israël, maar zijn binnenkant spreekt over de dienst aan God altijd en overal. Bepalingen over slavernij zijn voorbij, maar geven nog steeds een signaal af over eerbied en respect voor het mens-zijn. De wet op het jubeljaar getuigt van Gods eigendom en wekt op tot barmhartigheid en gehoorzaamheid.




Van september tot en maart hebben veel personen deelgenomen aan de vormingscursus. Om de drie weken kwamen de deelnemers op zaterdagochtend bijeen in Drachten om bijgeschoold te worden over diverse onderwerpen. De komende tijd zal er in ons kerkblad een korte weergave gegeven worden van de behandelde onderwerpen. Vandaag de eerste van twee bijdragen van professor Maris.
God stijgt blinkend schoon / met gejuich ten troon. Luid bazuingeschal / meldt het overal. Zingt Gods eer, heft aan, / ’s Konings eer, heft aan. Heel de aarde hoort / naar des HEREN woord, is zijn rijksgebied. / Zingt een kroningslied! Die de volken leidt / troont in heiligheid. In heel wat kerkdiensten klinkt op Hemelvaartsdag Psalm 47. Een prachtige koningspsalm.
Jessica Stern, Ontkenning. Over seksueel misbruik, verdringing en verwerking, vertaald door Mieke Hulsbosch, uitgegeven bij Nieuw Amsterdam in Amsterdam, ISBN 978 90 468 0896 2, prijs € 19,95.