Hij gaat het huis uit ….
Kinderen worden geboren. Ouders voeden ze – als het goed is – op met het oog op volwassenheid van die kinderen. Jarenlang voeren ze de ‘regie’ over het leven van hun nageslacht en dan breekt geleidelijk of vrij abrupt het moment aan dat ze het ouderlijk huis verlaten. Ze gaan op kamers, gaan samenwonen of trouwen, gaan op zichzelf wonen. Een hele stap voor het kind en ook voor de ouders.
Soms ga je over zaken pas nadenken als die je overkomen. Natuurlijk weet ik dat kinderen op enig moment – min of meer – op eigen benen gaan staan. Maar weten is wat anders dan meemaken dat jouw eigen kind die stap maakt. In september 2010 ging onze oudste in Delft werktuigbouwkunde studeren. De afstand Groningen-Delft bedraagt ruim 235 km. Heen en weer reizen is dan teveel gevraagd. En daarom diende zoonlief op kamers te gaan wonen. Eerst op een tijdelijk adres en vanaf februari 2011 kon hij op een ander adres een ‘definitieve’ kamer inrichten.




'We komen u een bloemetje brengen namens de kerk.' Het is zondagmiddag en één van de dames die de 'buurtbloemen' wegbrengt staat voor de deur bij een oudere buurtgenote.
Dick Swaab is een hersenonderzoeker met internationale faam. In 1985 richtte hij de hersenbank op en was dertig jaar lang directeur van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek. Zijn boek over de werking van onze hersenen is een bestseller. Begrijpelijk, want het is goed leesbaar, heel interessant, verluchtigd met anekdotes en aansprekende en soms ook aangrijpende verhalen.
Begin februari hopen 40 studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn, waaronder ikzelf, een studiereis te maken naar Israël. Daar zullen wij als studenten met eigen ogen zien, wat we al die tijd in de boeken aan het bestuderen zijn.
Dit artikel is de derde en laatste in een drieluik over de inhoud van de Bijbel, de inhoud van het christelijk geloof, de relatie tussen die twee en de verhouding tussen God en ons mensen. In dit derde artikel ga ik in op de vraag die aan het einde van het tweede artikel werd gesteld. Namelijk hoe het komt dat christenen zo verschillend denken over de verhouding tussen ellende, verlossing en dankbaarheid. En waarom christenen op zoek zijn naar een begrijpbaar antwoord van het vraagstuk rond zonde, rechtvaardiging en heiliging.