In de menswetenschappen is het een gewoonte om een bepaalde generatie
mensen te beschrijven in het licht van hun tijd. Hoe leefden, groeiden
en bloeiden de mensen van deze of die tijd. Wat was voor hen typerend?
Wat geloofden ze en wie deelden de lakens uit? Hoe zat het met
ontwikkeling en waar leefden ze van? Generaties kregen soms een eigen
naam. Zo kennen we de ?Verloren Generatie?, de ?Babyboomers? en de
?Generatie X?. Die namen wijzen naar bijzondere omstandigheden in hun
tijd van geboorte of van opgroeien.
Tegenwoordig wordt er veel gezegd over de ?Generatie Einstein?. Die term
is min of meer in zwang geraakt door een boek, dat door adviesbureau
Keessie het levenslicht zag. Keessie definieert de Generatie Einstein
als volgt: ?Ze lezen nieuws als journalisten. Ze kijken films als
regisseurs. Ze kijken naar reclame als reclamemakers. Deze eerste
positieve, slimme generatie vergt een geheel nieuwe benadering. Want als
je je communicatie verkeerd inricht, dan raak je ze kwijt. Voorgoed.
Dan blijven ze onverschillig of keren zich zelf van je af.? En met name
het zinnetje ?? als je je communicatie verkeerd inricht, dan raak je ze
kwijt. Voorgoed ...? deed de redactie van het Kerkblad vragen: Wat
moeten wij daar als kerk mee? Wij communiceren nog steeds zoals we dat
al eeuwen deden. Raken wij de jongeren niet kwijt omdat we het evangelie
niet op een voor hen vatbare en hanteerbare manier communiceren? Want
voor de generatie Einstein (geboren na 1990) geldt: ?De Kerk is haar
macht over het geestelijk welbevinden ontnomen, eenieder kan nu zelf
beschikken over het lijf in pijn, leven en dood. We zijn individuen
geworden met een eigen wil, niet gedicteerd door geloof of andere
ideologie?n?.
Lees meer: De Generatie Einstein
?Ik wil graag dat jullie bidden voor mijn kinderen die niet meer naar de
kerk gaan?, zei ze. Moedig vond ik dat. Heel veel ouders kennen die
moeite en verdriet. E?n of meerdere kinderen gaan niet meer naar de
kerk. Maar ouders durven er niet over te praten. Gemeenteleden durven er
niet naar te vragen. Kerkenraadsleden kijken er soms zo maar aan
voorbij. Het is te pijnlijk, brengt in verlegenheid, geeft geestelijke
worsteling, schuldgevoel. Hoe kunnen we er beter mee omgaan, wanneer
kinderen andere wegen gaan. Ik wil pogen een richting te wijzen. Mijn
hoofdmotto is: Breng je kind niet allereerst bij de kerk, maar bij het
kruis!
Eerder gaf ik de grote lijnen aan hoe in deze dingen te staan. Laat ik
in dit laatste artikel zo praktisch mogelijke handreikingen proberen te
geven. Op voorhand zeg ik, je kind bij het kruis brengen is geen kwestie
van trucjes toepassen. Wel kan een goede aanpak helpen de communicatie
met je kind(eren) op gang te houden.
Niet doen
Kort en bondig vind ik ze in het eerder geciteerde speciale nummer van
Opbouw ?Weg van God??. 1. Ga niet het gesprek over het geloof uit de
weg. Je hoeft niet op geloofseieren te lopen. 2. Vermijd het oordeel
(?Zo hebben we je niet opgevoed?) 3. Ga niet ?preken? (?Als je zo
doorgaat...?) 4. Zeg niet: ?Jammer dat je niet meer gelooft.? 5 Ga niet
in de verdediging. Wanneer je deze dingen bij elkaar optelt, krijgt je
mogelijk het gevoel: wat mag ik dan nog wel? Toch is het belangrijk deze
tips goed ter harte te nemen. Juist wanneer je het geloof niet ter
sprake brengt ben je nietszeggend. Wek je ook de indruk van
onverschilligheid. Een oordeel vellen op voorhand maakt een open contact
onmogelijk. Je kinderen weten dat maar al te goed en het is een
intrappen van een open deur. Het geeft hen een schuldschaamtegevoel;
maar het maakt hen ook ?kriegelig?. Veel ouders bepreken hun kinderen.
Hele ?toespraken? waar het kind dan maar beleefd naar moet luisteren en
als het even kan, ?Amen? op moet zeggen. Probleem is: dat doet hij/zij
nu juist niet! Trek geen definitieve conclusie en maak geen definitief
oordeel: ?Jammer dat je niet meer gelooft? is zo?n uitspraak die elk
verder gesprek onmogelijk en onnodig maakt. Je hebt de balans voor
jezelf en voor je kind(eren) al opgemaakt. Er rest nog maar ??n ding:
het boek sluiten. En dat is nu net wat je niet wilt!
Lees meer: Breng je kind bij het kruis...(3)
?Ik wil graag dat jullie bidden voor mijn kinderen die niet meer naar de
kerk gaan?, zei ze. Moedig vond ik dat. Heel veel ouders kennen die
moeite en verdriet. E?n of meerdere kinderen gaan niet meer naar de
kerk. Maar ouders durven er niet over te praten. Gemeenteleden durven er
niet naar te vragen. Kerkenraadsleden kijken er soms zo maar aan
voorbij. Het is te pijnlijk, brengt in verlegenheid, geeft geestelijke
worsteling en schuldgevoel. Hoe kunnen we er beter mee omgaan, wanneer
kinderen andere wegen gaan. Ik wil pogen een richting te wijzen. Mijn
hoofdmotto is: Breng je kind niet allereerst bij de kerk, maar bij het
kruis!
De vorige keer ging ik in op (vals) schaamte- en schuldgevoel en hoe
verlammend en vruchteloos dat is. Maar, wat dan te doen? In de titel
staat het: brengen bij het kruis! Dat is een hele toer en mogelijk zegt
u: ?Ik ben er moe van, ik kan het niet meer?. Ik maakte een oude zuster
mee, die mij zei: ?Ik bid niet meer voor mijn kind?. Daar schrok ik van.
Ze legde het mij uit. ?Telkens wanneer ik bid voor hem, zei ze, word ik
zo verdrietig, voel ik zoveel pijn en dan ben ik helemaal van slag en
kan ik niet meer slapen.? Zo?n moeder is te begrijpen. Maar dan ligt er
wel een opdracht in voor de kerk en de christenen. Neem deze gebeden
over! Zet deze gebeden door namens zoveel verdrietige ouders! In de
afgelopen dagen mocht ik dat concreet meemaken tijdens de Nationale
Gebedsdag en de Week van Gebed.
Lees meer: Breng je kind bij het kruis...(2)
Er wordt aan mij wel eens de opmerking gemaakt: ?u hebt als predikant
een toepasselijke naam?. Dan denk ik: dat zullen ze ook tegen mijn vader
gezegd hebben, in de tijd dat hij een groentezaak had.
Er wordt in de Psalmen heel vaak over ?lof? gezongen. Ik denk aan die
keer toen we als gezin te laat in de kerk kwamen. Wij liepen door het
gangpad, mijn vader voorop, terwijl de gemeente Ps. 100: 3 aanhief:
?gaat tot zijn poorten in met lof?.
Het gaat in de Psalmen natuurlijk over de lof van God. Hij moet de eer
krijgen.
Mijn eerste naam is Jacob, net als de aartsvader die op bedrieglijke
manier de zegen in bezit probeerde te krijgen. Dat herinnert mij eraan
wie ikzelf ben. Mijn tweede naam is Jan, afgeleid van Johannes, die naam
betekent: de Here is genadig. Door genade wordt ons leven een loflied.
Het ligt mij niet zo dat de spotlights op mij gericht zijn. Ik zie het
als mijn roeping om de schijnwerper te richten op mijn Zender. ?Want ik
heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die
gekruisigd?, met dit woord uit 1 Kor. 2: 2 heb ik mij aan mijn eerste
gemeente verbonden.
Toch voldoe ik graag aan het verzoek van de redactie om zo iets te
verwoorden van mijn dankbaarheid. Dat ik predikant geworden ben en al
weer vijfentwintig jaar mag zijn, is dankzij Gods genade.
Lees meer: Spotlight: Dankbaar en verwonderd
Enkele jaren geleden uitte Stefan Paas in een gesprek zich enthousiast
over het werk van de theoloog Miroslav Volf. Ik moest bekennen dat ik
niets wist van Volf en zijn werk. Daar is verandering in gekomen. Ik
weet nu dat hij afkomstig is uit Joegoslavi?, getrouwd met een
Amerikaanse en woont in Amerika waar hij werkt aan Yale University.
Twee van Volfs boeken zijn kort geleden in het Nederlands verschenen.
Een nieuw verleden verscheen bij Buijten & Schipperheijn in
Amsterdam, prijs ? 19,50.
Onbelast verscheen bij Van Wijnen in Franeker, prijs ? 22,50.
De ondertitel van het eerstgenoemde boek is: Omgaan met herinneringen in
een gebroken wereld. Het tweede boek heeft als ondertitel: Geven &
vergeven in een genadeloze cultuur. Zowel de titels als de ondertitels
geven goed weer wat Volf met deze boeken zeggen wil. Wij leven in een
gebroken wereld, sterker nog in een cultuur zonder genade. Wij zijn
mensen die zonde doen, maar ook te lijden hebben onder zonden van
anderen.
Volf werd in 1983 opgeroepen om in het Joegoslavische leger zijn
dienstplicht te vervullen. Omdat hij christen was en met een Amerikaanse
was getrouwd, werd hij extra in de gaten gehouden. Hij werd verdacht
van spionage voor het westen en streng verhoord door commandant G.
Lees meer: Boeken van Volf