Bid en zing (1)
Regelmatig wandel ik met groepen door de binnenstad van Amsterdam. De oude joodse buurt en de kerken hebben onze speciale aandacht. Helaas zijn de protestantse kerken bijna allemaal gesloten, dat wil zeggen, ze zijn maar een paar uur per week open. Een gemiste kans nu zoveel mensen op zoek zijn naar zingeving en rust. Door een wat gastvrijere opstelling zouden we een belangrijk signaal kunnen afgeven: ‘hier wordt de rust geschonken’.
Rooms- Katholieke Kerken doen het een stuk beter, ze zijn bijna altijd vrij toegankelijk. Als we met een groep een kerk binnen gaan, leg ik altijd eerst even uit dat kerkgebouwen niet in de eerste plaats bezienswaardigheden zijn, het zijn huizen van gebed. Dus in een kerk bid je, of je zingt. De meeste wandelaars moeten wel even een drempel over, maar als je het doet, weet je dat het zo hoort. In Katholieke kerken zingen we, meestal achter in de kerk, zachtjes een lied. Meestal zijn daar ook bidders en die mogen natuurlijk niet te zeer gestoord worden. Gelukkig ondersteunen veel liederen het gebed. In de lijdenstijd zongen we in de katholieke schuilkerk aan het Begijnhof, ‘als ik het wondre kruis aanschouw’ en ‘leer mij o Heer uw lijden recht betrachten’. Behalve enig gemis aan vrijmoedigheid stuiten we op nog een probleempje. Steeds minder mensen kennen liederen uit hun hoofd. Dat is niet alleen jammer maar ook gevaarlijk. Geestelijke bagage moet je paraat hebben. Je kunt het plotseling nodig hebben. Niet altijd heb je een zangbundel bij de hand. Wat is er mooier dan samen uit het hoofd en uit volle borst op een onverwacht moment en op een ongedachte plek een loflied te zingen.