Hopeloos of hoopvol?
Een tijdje geleden stond in de rubriek 'Domineespraat' een verslag van een bezoek van een dominee aan een jongere. Dat gesprek verliep niet vlekkeloos. De dominee had het idee dat wat hij zei niet aankwam bij de jongere, en de jongere had het idee dat zij niet begrepen werd.
Hoe kan dit? Waarom begrijpen volwassenen en jeugd elkaar niet altijd? Waarom lijken jongeren soms niet vooruit te branden? En waarom lukt het maar zo moeilijk ze te betrekken bij de kerk? In een drietal artikelen wil ik proberen een richting aan te geven waar we als kerk hopelijk iets mee kunnen. Om te beginnen: wie zijn de jongeren van nu eigenlijk?




Bestaat het gedrag van een christen uit het volgen van geboden en voorschriften? Of doet een christen spontaan wat juist is vanuit zijn verbondenheid met Christus? Tom Wright wijst een andere weg: christelijk leven begint met karaktervorming. Een impressie van een bijzonder leerzaam en bemoedigend boek.
‘Het topje van de ijsberg’. Dat is een bekend Nederlands gezegde waarmee we bedoelen dat het eerste teken van een vervelende zaak nog maar net zichtbaar is. Dit zou wel eens op kunnen gaan als het gaat om seksverslaving. Volgens deskundigen is seksverslaving na roken en alcohol inmiddels de derde verslaving van Nederland.
Je zou kunnen zeggen dat een leider iemand is die ‘gaat’. Hij heeft een visie in zijn hoofd en daar gaat hij voor. Een leider brengt van deze plek naar die plek. Als je een blik werpt op de gemeente zou je je kunnen afvragen wie is de herder (leider) en wie zijn de schapen?