{mosimage}Nadenken over goed en kwaad gebeurt altijd en overal, ook aan
universiteiten en hogescholen. In Nederland was ethiek honderd jaar
geleden nauw verbonden met de theologie. Maar daarna heeft ze zich
steeds meer daarvan losgemaakt. Ze is op eigen benen gaan staan en heeft
zich een plaats verworven binnen allerlei opleidingen en takken van
wetenschap.
'Mag een jongeling op de dag des Heeren zijn beminde bezoeken?' Deze
vraag komt ruim een eeuw geleden aan de orde in een vragenrubriek van
een theologisch tijdschrift. Op de voorkant van dat tijdschrift staat
een geopende Bijbel afgebeeld. De boodschap is duidelijk: de heilige
Schrift is het beslissende richtsnoer voor geloof en leven. In
overeenstemming daarmee wordt de bovengenoemde vraag beantwoord:
'Welzeker, een jongeling mag op den dag des Heeren zijne beminde
bezoeken. Als hij tenminste daardoor niet genoodzaakt is den openbaren
godsdienst te verzuimen'. Dit antwoord is kenmerkend voor de toen
geldende gereformeerde levensstijl. Maar de tijden zijn veranderd. In de
jaren tachtig van de vorige eeuw bevat het tijdschrift dat inmiddels de
naam Gereformeerd Theologisch Tijdschrift draagt, een artikel over
kernwapens. In dit artikel speelt de Bijbel geen enkele rol van
betekenis.
Lees meer: Honderd jaar ethiek in Nederland
{mosimage}De Open Dagen zijn weer achter de rug. Dus lijkt een artikel over
Christelijk / Gereformeerd Onderwijs mosterd na de maaltijd. Ik
realiseer me echter, dat de keuze niet alleen valt op de Open Dagen,
maar dat die keuze eerder en ook telkens weer moet worden gemaakt. Gaan
voor Christelijk / Gereformeerd onderwijs moet een gerichtheid zijn van
ouders en in die zin een vanzelfsprekendheid. In de lijn van de
doopbeloften, in de lijn van ons opvoedingsdoel willen wij onze kinderen
onderwijzen en vormen. Die kansen zijn er (nog).
Ik merk dat de keuze voor een christelijke / gereformeerde school niet
vanzelfsprekend meer is. Steeds meer speelt een rol de sfeer van de
school, de aansluiting bij een groep en de nabijheid. Het offer van het
verre reizen en de kosten daarvan willen we steeds minder brengen. Soms
is dat gemotiveerd vanuit een persoonlijke ervaring: ‘Ik heb altijd bij
dag en dauw op pad moeten gaan, door weer en wind moeten fietsen; dat
doe ik mijn kind niet meer aan.’ Soms is het gemotiveerd vanuit een
andere opstelling ten aanzien het christelijke in het onderwijs. Het
christelijke in het onderwijs wordt gezien en beleefd als een niet
noodzakelijk en niet fundamenteel gegeven. ‘Dat doen we thuis wel en in
de kerk.’ Soms stellen we ons tevreden met een school voor ons kind, ook
als we weten dat er ‘niet zoveel meer aan gedaan wordt’ of zelfs
modernistische ideeën op die school worden uitgedragen. Ik zeg dus niet
dat die keuze oppervlakkig en lichtvaardig gemaakt wordt. Integendeel,
juist heel bewust. Voor mij maakt dat het juist nog onbegrijpelijker.
Wie stelt zijn kind nu bewust gedurende vele uren buiten de reikwijdte
en de invloed van het Evangelie voor vele uren (minimaal 1040 uur per
jaar in het voortgezet onderwijs).
Lees meer: Christelijk / Gereformeerd Onderwijs
{mosimage}‘Wie is God voor mij?’ Dit is misschien wel de meest existentiële vraag
in je leven. Met Wie heb je nu eigenlijk van doen als je je ogen sluit
en bidt? Met Wie krijg je te maken na de laatste keer dat je je ogen
sluit, in het uur van je dood?
‘Zoveel hoofden, zoveel zinnen’, zegt een oud spreekwoord. Vraag aan
christenen uit diverse kerken en geloofsgemeenschappen, wie God voor hen
is en je staat verbaasd over de soms heel verschillende antwoorden. Hoe
kan dat? Je zou zeggen: ze gaan allemaal naar de kerk, lezen dezelfde
Bijbel, luisteren naar preken over een en dezelfde God. En toch.. Nu is
het op zich wel begrijpelijk dat mensen verschillende accenten leggen in
hun denken over God. Dat is zelfs onvermijdelijk. Het beeld dat je van
God hebt, wordt niet alleen door je kennis en inzicht bepaald, maar ook
door affectie en emotie: hoe ervaar je Hem. Je godsbeeld is onderdeel
van de traditie waarin je staat, maar is ook heel persoonlijk en wordt
door allerlei factoren beïnvloed.
Lees meer: Ik en mijn godsbeeld
{mosimage}Er is veel discussie over de presentie van de islam en haar aanhangers
in Europa en, dichter bij, in Nederland. Opvattingen lopen ver uiteen.
De gemoederen kunnen bij een bespreking van standpunten uitermate verhit
raken. Ook als kerk hebben wij daar mee te maken. Moslims wonen onder
ons en de media berichten bijna dagelijks over hen. Wat is onze visie op
de islam en onze houding tegenover moslims? Laten we ons daarbij leiden
door Bijbelse principes of ‘dobberen we stuurloos rond en waaien we met
elke wind mee, met wat er maar verkondigd wordt’ (Efeze 4:14)? Gaan we
eigen gekozen en wereldse wegen of gaan we een weg die iets zichtbaar
maakt van de weg die onze Heer en Heiland ging?
‘Bouwen aan respect met passie voor waarheid.’ Wie de website van
Evangelie & Moslims bezoekt krijgt deze slogan onmiddellijk te zien.
Kort wordt aangegeven waar deze stichting voor staat t.a.v. de omgang
met moslims in onze samenleving. Het doel is de lezer te prikkelen
dieper over de woorden na te denken en zelf een standpunt te bepalen.
Lees meer: Bouwen aan respect met passie voor waarheid (2)
{mosimage}De vooruitgang van de medische wetenschap is een groot goed. Tegelijk
stelt deze vooruitgang ons voor moeilijke vragen. Moet alles wat kan?
Wanneer komt het moment dat bij een ernstig zieke de behandeling wordt
stopgezet? Wie neemt de beslissing daarover?
De gemiddelde levensduur van de Nederlander gaat omhoog. Een belangrijke
bijdrage daaraan wordt geleverd door de geneeskunde. De medische
wetenschap heeft een hoge vlucht genomen. Er zijn nieuwe medicijnen
ontdekt en nieuwe technieken ontwikkeld. Veel is mogelijk op medisch
gebied, ook soms uitstel van het sterven. Toch zal eens het einde komen.
Afstel is er niet.
Rondom het levenseinde liggen veel vragen. Daarover heeft Doeke Post een
boek geschreven. Post is onder meer werkzaam geweest als huisarts. Ook
was hij hoogleraar sociale geneeskunde in Groningen. Het boek maakt
duidelijk waarover in deze tijd de discussie gaat. Het is geschreven
vanuit een sterke betrokkenheid bij de zorg. De emeritushoogleraar
waarschuwt terecht tegen de macht van de technologie. Niet elke
behandeling die mogelijk is, is wenselijk. Ook laat Post een
waarschuwing horen tegen het gevaar van verzakelijking van de medische
wereld en de overheersing van het economisch denken in de
gezondheidszorg.
Lees meer: De dood komt steeds later