Praktische filosofie voor helpenden
Hoe geef je hulp aan de ander? Die vraag is actueel voor hulpverleners, maar ook voor ons allen. Allemaal zijn wij op bepaalde momenten helpenden. Ook managers die soms (?) meer hebben met regels dan met mensen. Een verschijnsel waar we trouwens allemaal op onze tijd last van hebben. Gewoon, omdat ons dat soms beter uitkomt … een beroep doen op regels. Volgens Jan Keij kan de filosoof Emmanuel Levinas ons verder helpen.




Ondanks het feit dat het christendom de grootste godsdienst op aarde is en er wereldwijd veel aan evangelisatie en zending wordt gedaan daalt het percentage christenen. Terwijl de wereldbevolking ruwweg groeit met 1,25% per jaar, groeit in diezelfde periode het aantal christenen met ongeveer 1,12%. De langzamere groei kan voor een deel worden toegeschreven aan het feit dat de christelijke bevolking voor een gedeelte in rijke westerse naties - met een lager geboortecijfer - woont. Maar dat verklaart inderdaad niet alles. Waar het christendom een plek heeft gevonden in de wereld is over het algemeen sprake van groei behalve in de westerse landen. Te denken valt dan aan de Verenigde Staten, Australië en Europa; daar zijn relatief gezien steeds minder christenen aan te treffen.
Hulpverlening: wat betekent dat? Wat gebeurt er als er hulp gegeven wordt? Wie wordt er dan eigenlijk geholpen? En waarmee?
Met de brief aan Laodicea zijn we aan de laatste van de zeven brieven toegekomen. Deze brief is de meest bekende brief, zo vermoed ik. Van de historische en culturele achtergrond van Laodicea is veel bekend. We moeten dus opnieuw een selectie maken.
De tijd waarin Willem van Oranje leefde, laat zich nauwelijks meer vergelijken met de onze. Toch valt zijn naam nog wel eens, vooral wanneer de discussie gaat over het actuele onderwerp tolerantie. Hij was immers een warm pleitbezorger van godsdienstvrijheid. Maar hoe zat het eigenlijk met zijn eigen godsdienst?